Zo aan het begin van het jaar is het altijd van belang om even stil te staan bij een aantal wijzigingen op het gebied van alimentatie.

Elk jaar wordt de alimentatie verhoogd met een bepaald percentage: de zogenaamde indexering, tenzij die indexering is uitgesloten. Voor 2021 is het percentage voor de indexering van alimentatie vastgesteld op 3%.[1] Dit betekent dat vanaf 1 januari 2021 het verschuldigde alimentatiebedrag met 3% wordt verhoogd. Dit geldt niet alleen voor partneralimentatie, maar ook voor kinderalimentatie.

De indexering van alimentatie gebeurt niet ‘automatisch’. Als er een onderhoudsplicht richting een ex-partner of kind(eren) bestaat, dan moet je dus zelf het nieuwe alimentatiebedrag berekenen en toepassen. Als je recht hebt op alimentatie is het verstandig degene die de alimentatie moet betalen te wijzen op een aankomende indexering.

Een vordering vanwege een niet toegepaste of betaalde indexering verjaart na verloop van 5 jaar tenzij de verjaring wordt gestuit.

In 2021 verandert ook een aantal andere zaken dat op de alimentatie(berekening) een effect kan hebben, zoals:

een wijziging van het basistarief voor de Inkomstenbelasting (box 1) van 37,35% naar 37,10%;
een verhoging van het box 2 tarief van 26,2% naar 26,9%;
een stijging van het heffingsvrij vermogen (box 3) van € 30.846 naar € 50.000 (en voor partners naar € 100.000). Het tarief gaat van 30% naar 31%;
een verlaging van de zelfstandigenaftrek van € 7.030 naar € 6.670;
een verhoging van de arbeidskorting van € 3.819 naar maximaal € 4.205;
een verhoging van het kindgebonden budget voor gezinnen met 3 of meer kinderen.
Daarnaast geldt dat sinds 2014 de hypotheekrenteaftrek geleidelijk wordt verlaagd. In 2021 is nog 43% van de hypotheekrente in box 1 aftrekbaar. Dat treft alleen huiseigenaren die in de hoogste belastingschijf zitten. Andere huiseigenaren kunnen de rente tegen hetzelfde tarief aftrekken als waartegen hun inkomsten worden belast.

Ook is sinds 1 januari 2020 sprake van een verlaging van het toptarief waartegen de persoonsgebonden uitgaven kunnen worden afgetrokken van de belasting. Hieronder valt ook partneralimentatie. Voor een alimentatieplichtige met een inkomen boven € 68.507 geldt dat de betaalde partneralimentatie aftrekbaar is tegen maximaal 43%.

Ook diverse ondernemersaftrekken worden sinds 1 januari 2020 gefaseerd afgebouwd. Denk hierbij onder meer aan de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek, de startersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Ook hier geldt dat dit alleen van toepassing is op alimentatieplichtigen die in de hoogste schijf (dus met een inkomen boven € 68.507) worden belast.

Met al die veranderingen is het altijd goed de alimentatie (weer) eens tegen het licht te houden.

[1] zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-53070.html