Blog
Alimentatie in 2023
Alimentatie in 2023
Zo aan het begin van het jaar is het altijd van belang om even stil te staan bij een aantal wijzigingen op het gebied van alimentatie. Elk jaar wordt de alimentatie verhoogd met een bepaald percentage: de zogenaamde indexering, tenzij die indexering is uitgesloten. Voor 2023 is het percentage voor de indexering van alimentatie vastgesteld op 3,4%.[1] Dit betekent dat vanaf 1 januari 2023 het verschuldigde alimentatiebedrag met 3,4% wordt verhoogd. Dit geldt niet alleen voor partneralimentatie, maar ook voor kinderalimentatie.
De indexering van alimentatie gebeurt niet ‘automatisch’. Als er een onderhoudsplicht richting een ex-partner of kind(eren) bestaat, dan moet je dus zelf het nieuwe alimentatiebedrag berekenen en toepassen. Als je recht hebt op alimentatie is het verstandig degene die de alimentatie moet betalen te wijzen op een aankomende indexering.
Een vordering vanwege een niet toegepaste of betaalde indexering verjaart na verloop van 5 jaar tenzij de verjaring wordt gestuit.
In 2023 veranderen ook een aantal andere zaken die op de alimentatie(berekening) een effect kunnen hebben, zoals:
- het tarief van de aftrekposten (eigen woning, partneralimentatie, etc.) is afgebouwd naar max. 36,93%;
- voor een alleenstaande bestaat geen recht op het kindgebonden budget bij een vermogen van meer dan
€ 127.582 (incl. de vrijlating in box 3 IB). Voor een ouder met een toeslagpartner bestaat geen aanspraak op kindgebonden budget bij een vermogen van meer dan € 161.329 (incl. de vrijlating in box 3 IB); - de belastingtarieven, heffingskortingen en andere aftrekposten;
- het heffingsvrij vermogen (box 3) gaat van € 50.650 (2022) naar € 57.000 (2023).
Daarnaast verandert de manier waarop de partneralimentatie wordt vastgesteld met ingang van 1 januari 2023.[1] Dit nieuwe systeem geldt voor zaken die na 1 januari 2023 op zitting worden behandeld en waarbij de ingangsdatum van de (gewijzigde) alimentatie op of na 1 januari 2023 ligt.
Volgens de nieuwe normen wordt voor zowel partner- als kinderalimentatie voortaan gerekend met een woonbudget dat 30 procent van het netto inkomen bedraagt, waaruit alle woonkosten worden betaald. Bij die nieuwe rekenmethode geldt dat het iedereen vrijstaat om meer uit te geven aan wonen, maar dat daar in principe geen rekening meer mee gehouden wordt bij de berekening van de alimentatie. Hetzelfde geldt als de werkelijke woonlasten lager zijn.
Uitzonderingen
Soms komt een onderhoudsplichtige partner er niet onderuit om meer uit te geven aan wonen dan het vastgestelde woonbudget. In dat geval kan daar rekening mee gehouden als de hogere woonlasten niet vermijdbaar en niet verwijtbaar zijn.
Jusvergelijking
Ook de jusvergelijking verandert. Voortaan wordt bekeken wat beide partijen feitelijk te besteden hebben. Dat moet gelijk zijn nadat de alimentatie is betaald. Bijzondere kosten die niet verwijtbaar en niet vermijdbaar zijn, worden in die vergelijking meegenomen. Dit geldt ook voor de kosten van de kinderen, als die niet uit een kindgebonden budget worden vergoed.
Met al die veranderingen is het altijd goed de alimentatie (weer) eens tegen het licht te houden.
[1] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-29618.html
[2] https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-formulieren/Civiel/Familie-en-jeugdrecht/Paginas/Expertgroep-Alimentatienormen.aspx#b10a1892-47ee-4e22-989c-2bdc4dfda148c5485774-67f0-4dcd-9cfd-9b8fa214755216