De overheid wil de vermogensrechtelijke positie van minderjarige kinderen beter beschermen. Daarom is recent het wetsvoorstel ‘Wet bescherming vermogen in het familierecht’ gepubliceerd. Het voorstel is net uit de consultatiefase, dus het moet nog door de Eerste en Tweede Kamer heen. Of het er precies zo doorheen komt, is nog maar de vraag. Toch loont het om alvast te kijken naar wat er verandert als dit wetsvoorstel wordt aangenomen.

Betere bescherming van het vermogen van kinderen

Een van de belangrijkste onderdelen van het voorstel is de betere bescherming van het vermogen van minderjarige kinderen, bijvoorbeeld wanneer zij geld erven. In het erfrecht wordt het verplicht om een boedelbeschrijving van het vermogen van het kind te maken. Ook moet het geërfde bedrag worden gestort op een speciale bankrekening met een BEM-clausule (Belegging, Erfenis of Minderjarige).

Daarnaast worden uitzonderingen voor de aanspraak op de zogenaamde ‘som ineens’ geschrapt. Ook deze som moet voortaan op een BEM-rekening gestort worden. Buiten het erfrecht kan aan ouders worden gevraagd om een boedelbeschrijving te maken van het vermogen van hun kind, als dat nodig is. Wanneer ouders onder beschermingsbewind komen te staan, moet ook het vermogen van het kind worden bekeken – moet dat wellicht ook beschermd worden?

Een ander opvallend punt is de afschaffing van het ouderlijk vruchtgenot. Tot nu toe mochten ouders in bepaalde situaties inkomsten uit het vermogen van hun kind, zoals bijvoorbeeld de rente op een spaarrekening, gebruiken voor gezinslasten. In de nieuwe situatie kan dat alleen nog met een machtiging. Ouders moeten dan kunnen aantonen dat zij zelf niet voldoende middelen hebben om in het levensonderhoud van hun kind te voorzien.

Andere veranderingen: stiefouders, alimentatie en verjaring

Het voorstel bevat ook een aantal andere belangrijke wijzigingen op financieel gebied binnen het familierecht. Zo verdwijnt de onderhoudsplicht voor stiefouders. Op dit moment zijn stiefouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, verplicht om tot het 21e levensjaar van het stiefkind bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud. Die verplichting vervalt volledig.

Verder komt er een duidelijke verjaringstermijn voor rechtsvorderingen tussen echtgenoten en geregistreerde partners op grond van het huwelijksvermogensrecht: vijf jaar. Die termijn kan nog drie jaar doorlopen na het eindigen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Wat kun je nu al doen?

Hoewel het hier nog gaat om een voorstel en deze wet nog niet van kracht is, kun je als ouder of erfgenaam al wel vooruitdenken. Vraag je bijvoorbeeld af of het nodig is om vermogen van een kind apart te beheren, of wat er gebeurt als jouw (stief)kind een erfenis ontvangt. En heb je een conflict over alimentatie of vermogen, dan is het goed om te weten dat de regels mogelijk gaan veranderen.

Bij Drechtsteden Advocaten houden we deze ontwikkelingen scherp in de gaten. Wil je weten wat deze nieuwe wet voor jouw situatie kan betekenen? Neem dan gerust contact met ons op. Wij staan je graag bij.