Blog
Provisie en de transitievergoeding: wanneer telt het mee?
Provisie en de transitievergoeding: wanneer telt het mee?
Bij het berekenen van een transitievergoeding moet je als werkgever met veel factoren rekening houden. Zeker wanneer je werknemer recht heeft op variabele beloningen, zoals provisie of bonussen, kan het rekenen behoorlijk complex worden. In een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep[1] is opnieuw duidelijk geworden hoe belangrijk het is om goed te weten wanneer iets wel of niet moet worden meegenomen bij de berekening voor de transitievergoeding.
Wat speelde hier?
Een werkgever moest vanwege pensionering zijn bedrijf beëindigen. In dat geval kan de door de werkgever betaalde transitievergoeding onder de compensatieregeling van het UWV vallen. Dat betekent dat het UWV deze vergoeding, als aan de voorwaarden is voldaan, terugbetaalt aan de werkgever.
Bij het vaststellen van de transitievergoeding hield de werkgever terecht rekening met de provisie waarop de werknemer recht had. Deze provisie werd elk jaar in februari vastgesteld, op basis van het voorgaande jaar, en in drie termijnen uitbetaald: juni, augustus en november. De arbeidsovereenkomst werd beëindigd per 1 oktober 2021 via een vaststellingsovereenkomst van 29 juli 2021.
Het UWV weigerde echter een deel van de compensatie te vergoeden. Volgens het UWV was de provisie over het derde kwartaal van 2021 nog niet “verschuldigd” in de twaalf maanden voorafgaand aan het einde van het dienstverband (de zogeheten referteperiode). En dus zou deze niet meetellen bij de berekening van de transitievergoeding.
De werkgever was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. Zowel de rechtbank als – in hoger beroep – de Centrale Raad van Beroep gaf de werkgever gelijk.
Wat zegt de Centrale Raad?
In rechtsoverweging 4.4 legt de Centrale Raad helder uit dat het niet uitmaakt wanneer de provisie wordt betaald, maar dat het moment waarop de aanspraak ontstaat bepalend is:
“Het ligt het meest in de lijn van de regeling (…) om als maatstaf te hanteren welke aanspraak over de referteperiode is ontstaan: het moment van uitkeren is immers in zekere zin arbitrair. (…) Daarom moet gerekend worden met de bonussen en provisie over de maanden of jaren van de referteperiode.”[2]
Met andere woorden: ook als een bonus of provisie pas na afloop van de arbeidsovereenkomst wordt vastgesteld of uitbetaald, telt deze toch mee voor de berekening van de transitievergoeding, als het recht op die betaling is ontstaan tijdens de referteperiode. Of, zoals de Raad het formuleert, “voor het verschuldigd zijn van provisie is niet van belang of de hoogte daarvan (al) bepaalbaar is.”
Waarom is dit belangrijk voor jou als werkgever?
Het berekenen van een transitievergoeding lijkt op het eerste gezicht misschien een simpele rekensom, maar dat is het vaak niet. Zeker bij variabele looncomponenten zoals bonussen of provisies is het extra opletten geblazen.
Ga je binnenkort over tot het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld vanwege pensionering of bedrijfsbeëindiging, en wil je gebruik maken van de compensatieregeling van het UWV? Laat dan altijd goed controleren of je bij het bepalen van de transitievergoeding alle relevante looncomponenten correct hebt meegenomen. Zo voorkom je dat je straks zelf moet opdraaien voor kosten die je dacht te kunnen verhalen op het UWV.
Wil je weten of jij in jouw situatie recht hebt op compensatie van een transitievergoeding of heb je vragen over het meetellen van provisie, bonus of ander loon? Neem dan gerust contact met ons op. Wij denken graag met je mee.
[1] Centrale Raad van Beroep, 9 oktober 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:1011
[2] Rechtsoverweging 4.4 van ECLI:NL:CRVB:2025:1011














